Amerikaanse Berenklauw

De hele familie van de berenklauwen (Heracleum spp.) bestaat uit ruwweg 60 verschillende soorten. Maar ondanks het feit dat we van vele berenklauwen weten dat ze schadelijk, giftig of invasief kunnen zijn, is er maar bitter weinig echt wetenschappelijk onderzoek naar deze plantenfamilie verricht.

Wat we wel weten is dat in Amerika slechts een enkele berenklauwensoort inheems is: de Cow Parsnip (Heraclaum maximum) ofwel de ‘koeienpastinaak’. De plant staat ook wel bekend als Indian Celery (Indiaanse selderij). Laten we hem in Nederland maar de Amerikaanse berenklauw gaan noemen.

Ook biologen zijn het bij deze berenklauw met elkaar oneens omdat er diverse wetenschappelijke namen aan de Amerikaanse versie worden toebedeeld.
[Foto: www.islandnature.ca]
Met een soortnaam als maximum wordt direct duidelijk dat we hier niet te maken hebben met een kleine berenklauw en inderdaad kan ook deze plant uiteindelijk een hoogte bereiken van twee meter.

Diverse Indianenstammen hebben in de loop der tijden wat toepassingen bedacht voor de Amerikaanse berenklauw. De jonge stelen en bladstelen werden gebruikt als voedsel. De wat kleinere gedroogde stelen werden toegepast als rietje om ouderen en ziekten toch wat soep of vocht te laten binnenkrijgen. Een aftreksel van de bloemen werd over het lichaam gewreven om vliegen en muskieten af te weren.

Maar u weet ondertussen hoe berenklauwen zijn: ook in Noord-Amerika is de reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) opgedoken. Ook daar zijn ze hem al zo zat dat ze de reuzenberenklauw officieel als een Federal Noxious Weed hebben aangewezen. Dat maakt het illegaal om een exemplaar of zaden van die plant in de Verenigde Staten zonder vergunning te importeren, exporteren of zelfs van de ene Amerikaanse staat naar de andere te transporteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten